Filos Colums

November 2015

Het recht van de sterkste

Enigszins verwondert het mij wel dat bij de informatie- of inspraakbijeenkomsten betreffende asielzoekers de boze tegenstanders meer gehoor lijken te vinden dan de voorstanders die zich veel minder, of zelfs helemaal niet roeren. Het is natuurlijk altijd een probleem binnen een democratie dat alleen de tegenstanders van hun stakingsrecht of de mogelijkheid tot protest gebruik maken. Nu ligt het al in de woorden besloten. Woorden als instemmingsbetoging, akkoordactie of voorstandersbijeenkomst kent ons woordenboek niet. Mensen die het met het beleid eens zijn, die roeren zich niet. De tegenstanders van een plan of een besluit zijn meestal heel wat zichtbaarder.

Dat ze zichtbaarder zijn, en vaak ook groter lijken, lijkt ook veroorzaakt te worden doordat ze meestal boos zijn. Een boze mens neemt meer ruimte in. Hij of zij wappert met zijn armen en spreekt met stemverheffing. Voor menigeen is alleen de verschijningsvorm van een boze mens al groot en bedreigend, ongeacht de inhoud van zijn spreken of de daden.

Toch zou het niet onverstandig zijn om onszelf kritisch te beschouwen wanneer we onze oren laten hangen naar een boos iemand. Boze mensen hebben namelijk een bijzondere blik op de wereld. Ze denken, als ze dat al lukt, in termen zoals vijanden en gevaar. Hun denken, als dat lukt, is logisch noch redelijk. Ze kunnen totaal niet (meer) relativeren, laat staan nuanceren. Iedere vorm van redelijkheid en zorgvuldig denken is de boze mens volstrekt vreemd. Hij kan alleen maar verstarren, vechten of vluchten. Wanneer een kind boos is, zal menig ouder het kind even aan de kant zetten en tot rust laten komen, tot dat het kind weer voor rede vatbaar is. Boze mensen zijn niet voor rede vatbaar.

Gaan we er dan misschien vanuit dat iemand die protesteert en zich op dat moment boos uit, van te voren goed en zorgvuldig heeft nagedacht over zijn standpunt, en de argumenten voor en tegen goed heeft onderzocht? Maar vaak werkt dit andersom, zo leert o.a. Spinoza ons, mensen voelen zich eerst aangedaan, waardoor de boosheid ontstaat, en ze gaan daarna op zoek naar de oorzaak en de argumenten die daarbij passen. Na het gevoel van boosheid wordt de aanleiding zichtbaar. En reken er maar op, dat er een reden is om boos te zijn. Dit blijkt zelfs bij hersenonderzoek zo te werken. Stimuleer de boosheid in de hersenen en mensen vinden een aanleiding in hun omgeving om boos te zijn en dat is niet de actie van de neuroloog, misschien wel het gedrag van de neuroloog: 'ik weet ook niet waarom, maar u maakt mij boos'.

Maar hoe kan het dan dat we naar boze mensen luisteren? Hun blik is vertroebeld, de reden is ver te zoeken, relativering en nuance ontbreken volledig. Het beeld dat ze schetsen van de situatie kun je dus nauwelijks adequaat noemen. Waarom luisteren we dan? Misschien wel omdat ze steeds harder gaan roepen, zeker als ze zich niet gehoord voelen? Wellicht hopen we, dat ze ophouden met roepen. Misschien wel omdat we bang zijn, omdat ze er zo agressief uit zien en we dus ons eigen vege lijf willen redden? Misschien omdat we denken, omdat ze zo groot lijken, dat ze met heel veel zijn, en dat het recht van de meerderheid van toepassing is. Vaak, zo blijkt, zijn ze in de minderheid! Waarom laten wij ons dan toch verleiden om in te stemmen met de bozen?

Zou het dan toch zo zijn dat het recht van de sterksten dan toch aanwezig is, dat een sterke boze mens meer rechten heeft dan een stille berustende mens? Als het het recht is van een boze mens dat we naar ze luisteren, dan hebben we in ieder geval een rechtvaardige rede om naar ze te luisteren.
Comments

We plaatsen cookies, zo min mogelijk en geanonimiseerd.

Aristeia maakt dit mogelijk