Filos Verslag

2013

moreel oordelen bij strijdige belangen

De vragen en stelling die deze avond werden voorgesteld zijn:
Waarom is een hobby uitoefenen zo leuk?
Wat is de filosofische verklaring van inkomensverschillen?
De associaties van ons denken (David Hume) - (te vinden in: A Treatise of Human Nature):
⁃ gelijkenis
⁃ associaties / relaties (verbondenheid)
⁃ oorzaak en gevolg
⁃ Hier ga ik mee aan de slag.
Morele Helderheid van Martha Nussbaum - (het begrip morele helderheid kom ik, als boek, bij Susan Neiman tegen)
⁃ Hier ga ik mee aan de slag.
Morele afwegingen bij het wegen van strijdige belangen tussen individu en groep (gemeenschap, samenleving).
Wanneer ben je aan het filosoferen en wanneer ben je gewoon aan het praten?


Na stemming bleef de vraag betreffende het individuele belang en het gemeenschappelijk belang over. In organisaties, bij het maken en uitvoeren van nieuw beleid, als overheid bij (her)inrichting en bij de inschatting van risico’s en bij het voorkomen ervan strijden regelmatig de belangen van individuen met die van een groep/gemeenschap/organisatie. Zijn er deugdelijke handvatten om in dergelijke strijdige belangen goede besluiten te kunnen nemen?

Al gauw komt dat het utilitarisme om de hoek kijken: Het grootste goed voor de grootste groep. Natuurlijk mogen hierbij Socrates en het varkentje niet vergeten worden, nl. dat het goede voor de grootste groep alleen gekend kan worden door die partij/persoon die van beide partijen het goede kent en dus kan bepalen wat het grootste goed is. Maar het utilitarisme geeft niet altijd voldoende houvast.

Wanneer je de casus nl. omdraait, dan kun je je afvragen of er een belang (een goed) zo groot is dat je martelen kunt toestaan. Natuurlijk is dit kort door bocht, omdat je iemand niet echt een goed ontneemt maar daadwerkelijk kwaad toe brengt, maar toch. Wanneer we iemand opsluiten, dan is er toch niet sprake van een wezenlijk andere situatie. De marteling is dan wellicht niet lichamelijk, maar de opsluiting grijpt wel degelijk fysiek en geestelijk aan en deze opsluiting dient het algemeen belang.

Kun je individuele schade afkopen? Dit gebeurt nog al eens bij het uitvoeren van overheidsbeleid, en dan vooral bij herinrichting waarbij mensen huis en haard moeten verlaten ten bate van infrastructuur of (openbare) groenvoorziening. Al gauw komt hierbij de gedachte op dat je niets kunt doen zonder schade. En zelfs het niets doen levert schade op, dat vormt immers de reden waarom er iets gedaan wordt. ‘Ruimte voor de rivier’ of ’sloop en nieuwbouw van oude sociale woningbouw’ betekent dat mensen hun huis uit moeten, maar het niet uitvoeren van deze werkzaamheden levert (mogelijk) meer schade op.

Compensatie gaat er vanuit dat iedere mens denkt ‘what’s in it for me?’ Vanuit deze gedachtengang kan alle schade dus min of meer kan worden afgekocht. Zodra de benadeelde partij het gevoel heeft ‘hierdoor ga ik er op voortuit’ kan de situatie voor alle partijen met een bevredigende oplossing afgesloten worden. Hiervoor is wel een handvat nodig, nl. het redelijke evenwicht. En om dit te kunnen vaststellen is het nodig om te kunnen bepalen wat de belangen zijn, wat de schade is, en wat de reikwijdte van beide is, voor alle betrokken partijen. Redelijkheid en billijkheid liggen dan heel dicht bij elkaar.

De reikwijdte maakt wel meteen een ander probleem zichtbaar, nl. het verschil tussen lange en korte termijn. Vaak is de schade voor het individu direct zichtbaar en voelbaar. De schade voor de groep die voorkomen moet worden, heeft vaak zijn impact op de lange termijn en soms gaat het zelfs over een potentieel risico, bijvoorbeeld bij het versterken van de dijken. Er is een heel kleine kans op een doorbraak (met grote schade tot gevolg) maar de schade voor diegene die moet verhuizen is best flink en lijkt op korte termijn onoverbrugbaar, zeker als de persoonlijke geschiedenis samenvalt met de plek waar die persoon woont. Daarbij speelt ook onzekerheid een belangrijke rol. Onzekerheid is een slechte raadgever, zowel ten aanzien van de keuze voor het algemeen belang als ten aanzien van de schade die kan berokkenen. Onzekerheid en onduidelijkheid lijken vaak erger dan dat wat we weten.

Gesteld wordt dat ambitie, in tegenstelling tot onzekerheid, wel een goede raadgever is. In overleg kunnen ambities worden geconcretiseerd en hierdoor kunnen tegenstrijdige belangen worden opgeheven. Door te focussen op de ambities van mensen kun je op zoek naar dat wat mensen helpt om dit te realiseren en hoe de compensatie kan bijdragen aan die realisatie van de ambities. Dit is een werkwijzen die bijvoorbeeld door Machiavelli wordt geanalyseerd. Door mensen aan te spreken op hun persoonlijke doelen en ambities en hoe dat ze deze kunnen realiseren door mee te werken kun je ze motiveren om bij te dragen aan het algemene belang. Een mens wordt zelden gemotiveerd door het argument ‘daar worden we met z’n allen beter van’.

Bij Habermas komen we de machtsvrije discours tegen. Een gesprek met alle betrokkenen waarbij iedereen probeert bij te dragen aan een open en eerlijk gesprek, zonder dat iemand meer of minder recht van spreken heeft. Iedereen moet spreken en denken naar juistheid, waarheid en waarachtigheid, waardoor de uitgangspositie voor alle partijen gelijk wordt en waarin alle belangen gelijkelijk gewaardeerd kunnen worden: Gedeeld begrip en de gezamenlijke oplossing overstijgen de macht. Waarheid gaat over de objectieve werkelijkheid (dat wat is), juistheid gaat over de sociale werkelijkheid (over dat wat we doen, en wat we de ander vragen) en waarachtigheid gaat over de persoonlijke werkelijkheid (zoals het beleefd wordt). Bij overeenstemming ten aanzien van de drie werkelijkheden ontstaat een gemeenschappelijke definitie van de situatie waarin we ons bevinden. Op basis hiervan ontstaat een gemeenschappelijk handelen dat probleemoplossingsgericht is.

Even terug naar de vraag, zijn er richtlijnen of handvatten die een goede afweging van belangen mogelijk maken, waarbij je weet dat er altijd een partij geschaad zal worden. Het lijkt er vooral op dat de schade niet te voorkomen is en dat zorgvuldigheid een belangrijke rol speelt. Zorgvuldigheid lijkt te vragen om compensatie, evenwicht, draagvlak, afweging van argumenten, etc. Overigens spelen hierbij ook individuele verschillen een rol. Door de persoonlijke geschiedenis / context is ook de beleving van de schade, ja zelfs of er sprake van schade is, voor de verschillende individuen anders.

Rechtvaardigheid lijkt dan een belangrijk aspect te zijn. Rechtvaardigheid, zeker zoals we dat bij Levinas tegenkomen, veronderstelt namelijk dat een besluit, maar ook de evt. compensatie en de hoogte hiervan begrijpelijk en passend is voor de onbekende derde. Ook iemand die op geen enkele manier bij de situatie is betrokken moet het gevoel hebben, wanneer hij kennis neemt van de situatie dat de oplossing redelijk en naar verhouding is.

En dan tot slot nog even Machiavelli. Hij concludeert dat het besturen van het land ten alle tijden geschied in het licht van het algemeen belang. Een bestuurder mag daar ook niet van afwijken. Het is eerder regel dan uitzondering dat handelen in het algemeen belang, individuele belangen schaadt. Dit kan niet voorkomen worden. En, zo stelt Machiavelli, is er geen enkele mogelijkheid om hier moreel op juiste wijze mee om te gaan. Politiek handelen is dus altijd a-moreel handelen. Een goede politicus denkt daar niet over na. Echter, zijn handelen moet wel altijd goed/juist schijnen. Er moet dus wel altijd een goede en passende uitleg aan gegeven worden. Daarenboven moet een politicus ook voorkomen dat hij vijanden maakt, wat betekent dat er toch wel zeer zorgvuldig omgesprongen moet worden met die mensen die schade lijden omdat het algemeen belang hierom vraagt. Maar dit geheel kan (en mag) niet ethisch getoetst worden omdat moreel handelen gewoon niet mogelijk is.
Comments

Nietzsche in hoofdlijnen

Een van de deelnemers van Filos stelde de vraag of deze avond de idee van Nietzsche uitgelegd kon worden. Hij had het boek “Nietzsches tranen” van I.D. Yalom gelezen en vond het moeilijk om de idee van Nietzsche te doorgronden. Zijn vraag werd ondersteund door de meerderheid van de overige deelnemers en zog startte de uitleg. Zoals beloofd is op deze plek op de website het gedachtengoed van Nietzsche in een notendop terug te vinden.

Laat ik maar bij even bij Darwin en de evolutie-theorie beginnen. Voor mij is dat altijd een belangrijke kapstok. Het functioneren van de mens heeft een overlevingsdrang in zich, van het individu en van de soort. Dit is niet zo zeer reactief, zoals we dit in de evolutie-theorie kennen maar eerder pro-actief. Deze drang om te leven kan een mens niet zelf doorgronden, dat ligt besloten in zijn bestaan. De mens is constant bezig om te heersen over het niet-zijn. Dit is wat Nietzsche verstaat onder zijn Wille zur Macht. De mens probeert het niet bestaan te overwinnen. Het leven wil geleefd worden, een mens neemt geen genoegen met de consolidatie van dat wat is.

Sloterdijk beschrijft deze wil tot leven, als een gevoel van trots en eer. Zodra we ons miskent voelen, de indruk hebben dat de ander ons niet ziet staan worden we gegrepen door eer en trots. De wijze waarop dit zich openbaart is volgens Nietzsche in twee hoofdlijnen op te delen, namelijk de manier van de meester (Übermensch of leider) of de wijze van de slaaf (de geslagenen of de lijder). Waarbij de eerste het heft in eigen hand neemt, niet leidt maar onverschrokken voort gaat en de tweede zich ziet als slachtoffer van het gebeuren en/of de ander.

De hier na volgende teksten, beschrijven de attitude / het zijn van de meester.

“wat mij niet dood, maakt mij sterker”

De rijkdom van een mens kan worden afgemeten aan zijn vermogen om de benadeling die hij ondervindt te kunnen dragen zonder te lijden. Uiteindelijk leidt dit tot de zelfopheffing van de gerechtigheid omdat de mens ieder leed dat hem wordt aangedaan niet als leed ervaart. “wat heb ik met die parasieten te maken?”
De ware aristocraat ervaart geen pijn en leed.


Nietzsche constateert dat een ressentiment aan de basis ligt van de slaven-moraal. We leven in een wereld - aldus Nietzsche - waarin leiden tot norm verheven is en waarin de niet-lijdende opdraaien voor de consequenties van het lijden of de kosten van diegene die lijden. Lijden is goed. Niet zelden krijgen de niet-lijdende de schuld van het lijden van de lijdenden “mensen aan wie het leed voorbij gaat moeten wel de veroorzaker zijn van het leed”. Een belangrijke achterliggende gedachten hierbij is dat leed gelijkelijk verdeeld is over alle mensen. Het is dan ook logisch om de niet-lijdende (zij die we als veroorzaker zijn van het leed hebben aangewezen) leed te berokken omdat dan de balans weer hersteld is.

Sociaal-maatschappelijk gezien ‘knokken’ meester en slaaf om het voortbestaan van de hun passende moraal: wat wordt het meest gewaardeerd: de zelfredzaamheid of de zorg voor de ander / de solidariteit? In iedere samenleving heeft een van deze twee de overhand. De moraal heeft zo weinig van doen met dat wat goed en juist is, maar ze beschrijft de geldende machtsverhouding waaronder het leven ontstaat. Of met andere woorden: wat een leven het leven waard maakt. En tot Nietzsches verontwaardiging, ten minste zo interpreteer ik dat, is in zijn tijd de zorg voor de ander, heel wat waardevoller dan de zelfredzaamheid. Heeft de slaaf meer in de melk te brokkelen dan de meester. Is de meester schuldig aan het ongeluk van de slaaf.

Nietzsche haalt hiermee het denken over de moraal overhoop. Hij stelt dat het wel degelijk aangeleerd gedrag is, dat dat wat je juist vinden een cultuur is en deze cultuur het voortbestaan van de mens dient. De slaven wensen een moraal van ingetogenheid, incasseringsvermogen, mededogen, hulpvaardigheid, etc. De meesters willen echter een strijdvaardige en competitieve cultuur waarbij zelfredzaamheid, onafhankelijkheid, strijdbaarheid, etc. leidraden zijn voor het menselijk gedrag.

Wat is nu het goede? En wat is nu waar?

In Jenseits von Gut en Böse (voorbij goed en kwaad) schrijft Nietzsche: “het is onwaarschijnlijk dat u zich niet vergist, maar waarom ook met alle geweld waarheid?” [16 regel 25: “Mein Herr, wird der Philosophe vielleicht ihm zu verstehen geben, es is unwahrscheinlich, dass Sie sich nicht irren: aber warum auch durchaus Wahrheit?”]

“Wie het gevoel heeft ‘ik ben in het bezit van de waarheid’, hoeveel bezittingen zal hij niet overboord zetten, om ‘boven’ te blijven, - dat wil zeggen boven de anderen, die de waarheid ontberen!” Waarheid is volgens Nietzsche dat wat bijdraagt aan onze macht. Hoe graag willen we niet de ander verrijken met de waarheid die wij gevonden hebben, overtuigd als we zijn dat onze waarheid waar is en tot een beter leven leidt. Dat gun je toch iedereen? Overtuigd zijn van de waarheid, zet aan tot het verkondigen! En zo strijden we om onze waarheid tot algemene waarheid te maken.

Nietzsche, de filosoof met de hamer, hij leert ons om alles, en dan ook echt alles, ter discussie te stellen.

Comments

Een spel met de dood

Een spel met de dood



"Gevaar - werkelijk gevaar, de dreiging van de dood - maken wij als burgers van deze moderne samenleving gelukkig maar weinig mee. Mochten we er al eens mee te maken krijgen, dan is dat meestal in een vorm waarin we machteloos zijn er iets tegen te doen: wanneer ons vliegtuig naar beneden stort, is het de piloot die de stuurknuppel in handen heeft; en wanneer een gezwel in ons lichaam gevonden wordt, zullen we op de oncoloog moeten vertrouwen. Wij strijden nooit zelf voor ons leven. Daarmee is voor ons een basiservaring, de ervaring met overleven, verloren gegaan."

Zo begint het artikel 'een spel met de dood' van Victor Gijsbers in "Historisch Perspectief, jaargang 49, nummer 3 (2009). In het artikel komt o.a. het flirten met het gevaar aan bod maar ook de dood in romans en films.
Tijdens deze avond is er aandacht voor de dood in (rollen)spelen, zoals bord- en kaartspelen en videogames. Van de bordspelen zijn we allemaal bekend met Ganzenborden waarin de dood op een van de vakjes aanwezig is en betekent dat je (weer) opnieuw moet beginnen. Maar in een boordsel als Dungeons and Dragons is de dood veel ingrijpender, omdat de speler in de loop van de tijd zich gaat identificeren met het karakter dat hij gecreëerd heeft, een karakter dat langere tijd stand nodig heeft om groot te worden en dus ook langer stand houdt. Ook in videogames speelt de dood een rol, vroeger moest de speler opnieuw beginnen, tegenwoordig worden 'startpunten' ingebouwd. Hoe erg mag het doodgaan in een game zijn, wil de game nog interessant blijven? In veel videogames staat het overleven centraal alleen is de straf op de dood zo klein geworden, dat het heldendom niet meer echt bevochten hoeft te worden. Het is louter een kwestie van tijd geworden, - als je het spel maar lang genoeg speelt - om een held te worden.
Wat is het nut van de strijd op leven en dood, ook voor de mens in de westerse wereld? Via het ‘spel’ leren we een deel van het leven kennen dat bij ons diep is weggestopt en leren we hoe het is, zoals dit voor velen hier op aarde wel zo is, om een leven te leven waarin overleven weldegelijk een dagelijkse realiteit is.

- De ervaring van het overleven -

Als u interesse heeft in het artikel, stuur dan even een mailtje dan sturen we een digitale versie naar u toe.

Comments

We plaatsen cookies, zo min mogelijk en geanonimiseerd.

Aristeia maakt dit mogelijk